Scheefstand van het hoofd en/of romp, overstrekken.
Voorkeursrotatie.
Voedingsproblemen, reflux, hik, darmklachten (diarree of obstipatie).
Aan- en/of uitkleden geeft hevige reacties, gevoelige nek, koude handen of voeten, slikklachten, kwijlen, aan een oor trekken, haarplukken, vuistjes maken, bij oppakken overstrekt de baby zich.
Hechtingsproblemen.
Niet graag op de buik of rug willen liggen.
Achterstand in de motorische ontwikkeling.
Groeiachterstand.
Niet gelijkmatig bewegen van de romp, armen en benen.
Problemen in andere gewrichten zoals de heup en voeten.